Dit artikel is momenteel in revisie. Daardoor kan het verouderde achtergrondinformatie bevatten of niet-inclusief taalgebruik. Alle artikelen worden periodiek herzien om nieuwe inzichten uit onderzoek of inclusief taalgebruik te verwerken.

1. De meest relevante punten

  • Vluchtelingen hebben vijf tot tienmaal meer kans op PTSS t.o.v. leeftijdsgenoten.
  • PTSS komt vaak samen voor met depressie.
  • Er is ook een vorm van PTSS met psychotische elementen
  • Mogelijke gevolgen zijn verslaving aan alcohol, drugs of benzodiazepines (zelfmedicatie).
  • Bij PTSS is een persoon blootgesteld aan een traumatische gebeurtenis (een feitelijke of dreigende dood of een ernstige verwonding) en reageert de persoon op dat moment met intense angst, afschuw of hulpeloosheid.
  • Uit een meta-analyse van de Gezondheidsraad (2016) komt naar voren dat de prevalentie van PTSS bij mensen met een vluchtachtergrond tussen de 13-25% ligt.
  • Mensen met PTSS die in Nederland asiel hebben aangevraagd hebben ook vaker Diabetes Mellitus. Mannen met PTSS hebben 1.4 keer vaker Diabetes Mellitus en vrouwen met PTSS hebben 1.2 keer vaker Diabetes Mellitus.
  • Er zijn drie periodes te onderscheiden waarin stress en traumatische ervaringen voor vluchtelingen kunnen voorkomen:
    • Eerste periode: in het herkomstland t.g.v. (toename van) onderdrukking en vervolging, ontwrichting en structureel geweld. Personen kunnen te maken krijgen met oorlog, geweld, gevangenschap, fysieke en psychische marteling (bijvoorbeeld schijnexecutie, bedreiging t.a.v. familieleden en seksueel geweld).
    • Tweede periode: de vlucht zelf met onzekerheid, angst, ontberingen en heftige ervaringen, zoals verdrinking en seksueel geweld.
    • Derde periode: de tijd in afwachting van uitslag van asielaanvraag in het aankomstland en daarna bij de integratie in Nederland of in de aanloop naar de gedwongen terugkeer. In het AZC is er vaak onzekerheid over het wel of niet asiel krijgen, weinig bezigheden, dicht op elkaar wonen en weinig privacy. In gemeenten kunnen andere stressfactoren voorkomen, zoals eisen ten aanzien van inburgering en het leren van de Nederlandse taal, piekeren over familie, frustratie van niet in eigen beroep kunnen werken.
  • Symptomen PTSS:
    • De gebeurtenis wordt door de persoon voortdurend herbeleefd (bv. in nachtmerries of flashbacks) én
    • Prikkels die bij het trauma hoorden worden vermeden (angstvermijding, vermijding van activiteiten, amnesie) én
    • Negatieve veranderingen in cognities en stemming (passiviteit, onthechting en vervreemding, affectarmoede en het verlies van hoop) én
    • Aanhoudende symptomen van verhoogde prikkelbaarheid (slapeloosheid, concentratieproblemen en overdreven schrikreacties).
  • Men spreekt alleen van PTSS als alle vier deze symptomen langer dan een maand voorkomen én de persoon er in zijn functioneren door wordt belemmerd.

In aanvulling op de NHG standaard 62 angststoornissen en NHG standaard 44 depressieve stoornis:

  • Anamnese
    • Vraag actief naar PTSS symptomen, omdat ze vaak niet spontaan worden gemeld. Gebruik van gerichte vragen naar psychische symptomen, zoals met behulp van de gevalideerde Protect vragen, helpt hierbij, ook om de ernst in te schatten.
    • Vraag naar (zelf)medicatiegebruik en drugsgebruik.
  • Lichamelijk onderzoek
    • Wees alert op littekens t.g.v. martelingen.
    • Wees alert op het bestaan van diabetes – mogelijk is er een relatie tussen PTSS en het ontstaan van Diabetes Mellitus.
  • Behandeling
    • Psycho-educatie: Leg uit dat de symptomen een gevolg kunnen zijn van extreem pijnlijke ervaringen en er problemen kunnen ontstaan op school/werk of in relaties. Symptomen kunnen minder worden, maar ook na jaren weer terugkomen. Herinneringen zullen altijd blijven bestaan.
    • Benadruk het belang van de volgende dingen: veel bewegen, actief zijn, vrijwilligerswerk doen en sociale contacten opzoeken. Geef hierover tips en verwijs naar wijkteam en andere ingangen in de wijk.
    • Geef informatie over behandelmogelijkheden. Niet altijd is gespecialiseerde hulp nodig, Denk ook aan de POH-GGZ uit de eigen praktijk, die hulp kunnen bieden in combinatie met wijkteam of maatschappelijk werk.
  • Niet medicamenteus: verwijzen naar GGZ en gespecialiseerde instellingen.
    • Exposure in verschillende therapievormen.
    • Narratieve Exposure therapie (NET) is bewezen effectief bij vluchtelingen.
    • EMDR (Eye Movement Desensitization Reprocessing).
    • Vaktherapieën zoals creatieve-, psychomotore-, drama en muziektherapie.
  • Medicamenteus:
    SSRI: start laag en verhoog langzaam; gevoeligheid van migranten voor SSRI kan verhoogd of juist verminderd zijn. Bij sterke klachten kan een lage dosis van een antipsychoticum worden toegevoegd (zoals Quetiapine of Olanzapine). Bij lichamelijke reacties zoals hartkloppingen kan toevoeging van een bèta blokker overwogen worden.

Zie ook onderwerpen: Psychose en schizofrenie bij migranten en Farmacotherapie: etnische en culturele verschillen.

Gespecialiseerde trauma behandelcentra. Naast de reguliere GGZ instellingen, die vaak ook een PTSS goed kunnen behandelen, bestaan er gespecialiseerde GGZ instellingen:

  • NHG standaard M62 Angst & NHG Standaard M44 Depressieve stoornis
  • Thuisarts.nl: posttraumatische-stressstoornis
  • Agyemang C, Goosen S, Anujuo K, Ogedegbe G (2012). Relationship between post-traumatic stress disorder and diabetes among 105.180 asylum seekers in the Netherlands. Eur J Public Health 2011 Oct;22(5): 658-62. Epub 2011 Sep 27
  • Braakman M (2013). Posttraumatic stress disorder with secondary psychotic features. A diagnostic validity study among refugees in the Netherlands. Nijmegen: Radboud Universiteit Nijmegen (Academisch Proefschrift)
  • Gezondheidsraad (2016). Briefadvies Geestelijke gezondheid van vluchtelingen.
  • Ikram U & Stronks K (2016). Preserving and improving the mental health of refugees and asylum seekers. A literature review for the Health Council of the Netherlands. Amsterdam: Academic Medical Center, University of Amsterdam.
  • Jongedijk R (2014). Levensverhalen en psychotrauma. Narratieve Exposure Therapie in theorie en praktijk. Amsterdam: Uitgeverij Boom.
  • Mewes R, Friele B & Bloemen E (2018). Validation of the Protect Questionnaire: A tool to detect mental health problems in asylum seekers by non-health professionals. Torture 28 (2): 56-71.
  • Olff M (2013). De posttraumatische Stressstoornis. Stand van zaken. Ned Tijdschr Geneesk. 2013;157: A5818
  • Protect vragen. Signalering van psychische klachten bij vluchtelingen.
  • Suurmond J, Seeleman C, Stronks K, Essink Bot ML (2012). Een arts van de wereld. Etnische diversiteit in de medische praktijk. Tweede herziene druk, BSL
  • Smid G (2014). Deconstructing Delayed Posttraumatic Stress. Amsterdam: Boom Academisch proefschrift

trauma, posttraumatische stressstoornis, PTSS, PTSD