Dit artikel is bijgewerkt in oktober 2024. Alle artikelen worden periodiek gereviewd om nieuwe inzichten uit onderzoek of inclusief taalgebruik te verwerken.

1. De meest relevante punten

  • 2,5 miljoen mensen hebben moeite met lezen en schrijven. Zij zijn ‘laaggeletterd’ (Algemene Rekenkamer, 2016).
  • 35% van alle volwassenen in Nederland heeft beperkte gezondheidsvaardigheden (Heijmans et al, 2024).
  • Bijna 1 op de 5 mensen boven de 12 jaar heeft beperkte digitale vaardigheden (CBS, 2023).
  • Laaggeletterdheid en beperkte gezondheidsvaardigheden hebben negatieve invloed op gezondheid en welbevinden (Rademakers, 2014).
  • Het verkeerd begrijpen van medische instructies en adviezen brengt risico’s met zich mee.
  • Herkennen van patiënten die laaggeletterd zijn of beperkte gezondheidsvaardigheden hebben, is belangrijk omdat het vraagt om een andere manier van communiceren en ander gebruik van voorlichtingsmateriaal.
  • Gezondheidsinformatie en schriftelijke of gesproken instructies zijn vaak te moeilijk geformuleerd. Voor een goed begrip is het belangrijk de communicatie aan te passen:
    • gebruik korte zinnen, geen moeilijke woorden
    • beperk de hoeveelheid informatie tot 3 belangrijkste punten
    • gebruik visueel voorlichtingsmateriaal
    • geef instructies door voordoen, onder begeleiding nadoen en daarna zelf doen
    • check of uw uitleg begrijpelijk genoeg was door middel van de terugvraagmethode
    • sluit een consult af met een samenvatting en de vraag: ‘Welke vragen heeft u nog?’

Definitie:

Analfabeet zijn betekent dat je (vrijwel) niet kan lezen of schrijven.

Laaggeletterd zijn, betekent dat je zoveel moeite hebt met lezen, schrijven en/of rekenen dat  je daardoor niet goed kunt functioneren in het dagelijks leven. Mensen die laaggeletterd zijn kunnen wel lezen en schrijven, maar hebben bijvoorbeeld moeite met:

  • het begrijpen van folders en websites
  • het invullen van formulieren
  • het afhandelen van de post

Gezondheidsvaardigheden (internationaal: ‘health literacy’) zijn de vaardigheden om informatie over gezondheid te verkrijgen, te begrijpen, te beoordelen en te gebruiken bij het nemen van gezondheidsgerelateerde beslissingen (Sørensen, 2012). Er bestaan ook bredere definities, waarbij ook motivatie wordt meegenomen. Een deel van de mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden is laaggeletterd.

2,5 miljoen mensen in Nederland zijn laaggeletterd. Iets minder dan de helft van hen heeft een migratieachtergrond (Algemene Rekenkamer, 2016).

Ongeveer één op de drie Nederlanders heeft beperkte gezondheidsvaardigheden (Heijmans et al, 2024).

Beperkte gezondheidsvaardigheden en gezondheid:

  • Er is een duidelijke samenhang tussen beperkte gezondheidsvaardigheden en een slechtere gezondheid. Astma en COPD, diabetes, kanker, hart- en vaatziekten en psychische problemen komen bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden beduidend vaker voor (Rademakers, 2014).
  • Levensverwachting van mensen met alleen basisonderwijs of vmbo is 4 jaar korter, ten opzichte van mensen met hbo of een universitaire opleiding. En zij leven zelfs 15 jaar in minder goed ervaren gezondheid (Loket Gezond Leven, 2024).

In het dagelijks leven hebben mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden moeite met:

  • de weg vinden in de zorg
  • zoeken op het internet (digitale vaardigheden)
  • begrijpen (uitnodigings)brieven (ook via e-mail)
  • begrijpen folders, websites, formulieren en bijsluiters
  • gesprekken met zorgverleners voeren
  • medicijnen op de juiste manier innemen ‘Betekent driemaal daags één pil dat je ze alle drie tegelijk moet innemen?
  • eigen doelen stellen, leven (re)organiseren, zelfmanagement
  • vragen stellen aan arts
  • uit zichzelf vertellen dat zij niet goed kunnen lezen. Mensen schamen zich dat ze niet goed kunnen lezen. Meestal laten ze het niet blijken. Wanneer iemand zegt dat hij het formulier thuis zal invullen omdat hij zijn leesbril is vergeten, kan dat duiden op laaggeletterdheid.

Tijdens het consult moet de huisarts er rekening mee houden dat mensen die laaggeletterd zijn en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden vaak:

  • abstracte formuleringen of beeldspraak niet begrijpen
  • hun klachten niet adequaat en in chronologische volgorde kunnen benoemen, waardoor sprake is van een onsamenhangende klachtenpresentatie
  • moeite hebben met het formuleren van een hulpvraag
  • lastig eigen doelen kunnen benoemen
  • uitleg en adviezen niet makkelijk begrijpen of in praktijk kunnen brengen
  • Signalen die op laaggeletterdheid kunnen wijzen
    • Niet op tijd komen, alleen aan de balie afspraken maken, telkens om briefje vragen met datum en tijd.
    • Heftige presentatie van klachten al bij het maken van een afspraak, of snel boos zijn als de assistente vragen stelt voordat zij een afspraak maakt.
    • Geen duidelijke hulpvraag stellen, maar wel een groot appel doen op hulp.
    • Geen behoefte hebben aan uitleg of informatiemateriaal, geen dagboek bijhouden.
    • Verkeerd medicijngebruik, weinig kennis over ziekte en behandeling.
  • Bespreekbaar maken

Er is veel schaamte over laaggeletterdheid, mensen proberen dit te verbloemen. Maar als de huisarts er naar vraagt wordt dat over het algemeen erg op prijs gesteld. Voorbeeldvragen om na te vragen of iemand moeite heeft met lezen en schrijven:

    • Normaliseer: Veel mensen hebben moeite met het invullen van formulieren, hoe is dat voor u?
    • Helpt iemand u weleens met het invullen van formulieren of het lezen van brieven?
    • Hoe vaak heeft u hulp nodig bij het lezen van folders van de huisarts of van de bijsluiters van de apotheek?
    • Vraag de patiënt hoeveel jaar hij school heeft gevolgd: minder dan 10 jaar betekent in de regel dat mensen laaggeletterd zijn.
  • Tips voor het aanpassen van uw communicatie
    • Non-verbale uitingen zijn nog belangrijker bij deze patiënten:
      • geef een warme begroeting, stel de patiënt op zijn gemak
      • knik bevestigend
      • neem de tijd, praat langzamer dan u normaliter zou doen (inplannen dubbel consult)
      • maak oogcontact, zodat u kunt inschatten of de patiënt u nog kan volgen
    • Hanteer eenvoudig taalgebruik:
      • kies woorden die de patiënt zelf ook gebruikt
      • gebruik korte zinnen
      • vermijd medisch jargon
    • vermijd beeldspraak of gezegdes
    • Wees concreet, beperk de hoeveelheid informatie en herhaal de kernpunten (maximum 2 à 3 per consult).
    • Toets of uw uitleg begrijpelijk genoeg was voor de patiënt: gebruik de terugvraagmethode:
      • ‘Ik wil graag weten of ik het goed heb uitgelegd. Kunt u mij vertellen wat we hebben besproken?’
      • ‘Wat vertelt u thuis over wat ik heb gezegd?’
      • ‘Wat gaat u doen als u koorts krijgt?’
    • Geef eenvoudige uitleg:
      • verwacht geen basiskennis van het menselijk lichaam / psychologie
      • probeer niet alles uit te leggen
      • wees zo concreet mogelijk, niet ’10 minuten van tevoren inhaleren’, maar: ín de kleedkamer voor het voetballen inhaleren’.
    • Gebruik afbeeldingen (maar geen pictogrammen, die zijn te abstract): informatie beklijft dan beter (zie voorlichtingsmaterialen).
    • Instrueer vaardigheden door deze voor te doen, na te laten doen en te herhalen totdat de patiënt het onder de knie heeft.
  • Registratie HIS
    • In overleg met patiënt kan laaggeletterdheid in het HIS worden geregistreerd (ICPC-code Z07.1 (analfabetisme; P-regel aanpassen naar laaggeletterdheid).
    • Voor een taalbarrière gebruikt u Z.04.
    • Spelen beide problemen, registreer ze dan ook allebei.
    • Bij instemming van de patiënt ook vermelden op verwijsbrief en/of recept.

Andere relevante links

Boeken:

Gezondheidsvaardigheden, health literacy, laaggeletterdheid, analfabetisme, basisvaardigheden.

Alliantie Gezondheidsvaardigheden