Niet-westerse migranten maken veel vaker gebruik van de huisartsenpost (HAP) dan autochtonen. Ook ervaren migranten, zowel westers als niet-westers, vaker problemen met de bereikbaarheid van hun eigen huisarts. Dat blijkt uit onderzoek onder meer dan 11.000 patiënten die tussen 2009 en 2014 contact hadden met 42 HAP’s verspreid door heel Nederland.
Andere verwachtingen van huisarts
De motieven van migranten om naar een HAP te gaan zijn hetzelfde als die van autochtonen, zoals ‘de noodzaak voelen voor contact met een huisarts’, ‘ongerustheid’ en ‘behoefte aan medische informatie’. De meeste migranten verwachten bovendien, net als autochtonen, een dokter te zien of advies te krijgen.
Maar niet-westerse migranten hebben wel vaker het gevoel dat er een spoedeisende situatie is waarvoor ze naar een huisarts moeten. Ook verwachten ze vaker dan autochtonen dat de huisarts actie onderneemt, zoals lichamelijk onderzoek of medicatie.
De kernpunten uit het onderzoek
- Migranten maken meer gebruik van de huisartsenpost (HAP) dan autochtone Nederlanders.
- Migranten maken vaker gebruik van spoedeisende zorg voor medisch niet-urgente problemen.
- Niet-westerse migranten verwachten vaker lichamelijk onderzoek of medicatie wanneer ze contact opnemen met de huisartsenpost, vergeleken met autochtone Nederlanders.
- Migranten geven vaker dan autochtone Nederlanders aan problemen te ervaren met de bereikbaarheid van hun eigen huisarts.
Aanbeveling van onderzoekers
Het is belangrijk dat migranten goed worden voorgelicht over het doel van de HAP, bijvoorbeeld in de eigen huisartsenpraktijk of bij integratiecursussen, stellen de auteurs, waaronder onze collega Maria van den Muijsenbergh. Bovendien bevelen zij aan om te onderzoeken of de huisartsenpraktijk overdag minder toegankelijk is voor migranten en, zo ja, hoe dat kan worden verbeterd.
Het hele artikel is beschikbaar voor abonnees of via Blendle (€ 0.99) op de website van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.