1.  De meest relevante punten

  • De tekst is een aanvulling op de NGH standaarden M82 ‘het SOA consult’.
  • Hogere prevalenties van urogenitale chlamydia trachomatis (Ct) infecties komen voor bij mensen van Surinaamse, Antilliaanse en Arubaanse afkomst. Tot 2004 werd lymfogranuloma venerum (LGV) in Nederland vrijwel alleen gezien als import-soa uit LGV-endemische gebieden. LGV wordt onder andere gekenmerkt door eenzijdige, pijnlijke inguinale lymfeklieren met abcedering en fistelvorming. Door verklevingen kunnen genitaal lymfoedeem en onvruchtbaarheid ontstaan.
  • Trachoma (folliculaire conjunctivitis) is in tropische gebieden één van de belangrijkste oorzaken van blindheid.
  • Chlamydia Trachomatis: verschillende serotypen veroorzaken verschillende ziekten: urogenitale chlamydia, neonatale conjunctivitis, LVG of trachoma.
  • Chlamydia trachomatis urogenitale (Ct) wordt in de geïndustrialiseerde landen beschouwd als de meest voorkomende bacteriële soa, na infectie met mucosale types van het humaan papillomavirus (HPV).
  • Vooral jonge seksueel actieve vrouwen lopen risico op een urogenitale Ct-infectie. Hierbij gaat het om vrouwen onder de 25 en vooral onder de 20 jaar. Dit risico is vooral gerelateerd aan grotere seksuele activiteit en wisselende partners en het vaker voorkomen van ectropion op jonge leeftijd.
  • Chlamydia trachomatis urogenitale (Ct urogenitale) (serotypen D t/m K): hogere prevalenties bij mensen van Surinaamse, Antilliaanse en Arubaanse afkomst. (zie ook NGH standaard ‘het SOA consult’).
  • LGV was tot 2004 een soa die beperkt leek tot tropische gebieden en in Nederland alleen als importziekte werd gediagnosticeerd. Vanaf 2004 volgden meldingen van LGV-uitbraken uit de rest van Nederland, omringende landen in Europa en de Verenigde Staten, hoofdzakelijk onder mannen die seks hebben met mannen (MSM).
  • Trachoma: in hete, droge, arme gebieden (slechte hygiëne!) in de tropen: Afrika, Midden-Oosten, India, Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika (Brazilië).
    Kaartjes verspreiding.
    In deze gebieden zijn door het trachoom zeker 7 miljoen mensen helemaal blind. Maar liefst 1 op de 10 is door deze aandoening slechtziend. Er zijn op de wereld wel 100 miljoen kinderen die aan een actief trachoom lijden.

Etiologie: Chlamydia trachomatis kent diverse serotypen:

  • Serotypen D t/m K: urogenitale Ct infecties (urethritis, cervicitis, salpingitis, maar ook proctitis, conjunctivitis en pneumonie bij neonaten) zie NHG standaard ‘het SOA consult’.
  • Serotypen L1 t/m L3: lymfogranuloma venereum (LGV).
  • Serotypen A, B, Ba, C: trachoma (blindheid).

Transmissie:

  • Seksueel: urogenitale Ct-infecties en LGV.
  • Congenitaal: chlamydia conjunctivitis (serotypen D t/m K); neonatale pneumonie.
  • Trachoma: van kind op kind door hand-oog contact, besmette gebruiksvoorwerpen en vliegen.
  • Urogenitale chlamydia trachomatis infecties (serotypen D t/m K): zie NHG standaard ‘het SOA consult
  • Lymfogranuloma venereum:
    1. Inguinale LGV: endemisch in de tropische gebieden:
      • Bij inoculatie t.p.v. de genitaliën ontstaat een weinig opvallend wondje dat na enkele dagen verdwijnt en daardoor vaak gemist wordt.
      • Vervolgens ontstaat er een lymfadenopathie t.h.v. de liezen: eenzijdige, pijnlijke, fluctuerende en abcederende lymfeklier-zwellingen (bubo’s). De bubo’s kunnen ruptureren met fistelvorming. Deze fase gaat gepaard met koorts en algemene malaise.
        Complicaties inguinale LGV:

        • Fibrosevorming en soms lymfoedeem (genitale elefantiasis).
        • Verklevingen in het kleine bekken kunnen aanleiding geven tot plasklachten, darmpassagestoornissen en infertiliteit (frozen pelvis syndroom).
    2. Anorectale LGV: ulceratieve proctitis, deze vorm komt het meest voor bij de epidemie onder MSM in Nederland:
      • Bloederige, slijmerige ontlasting met loze aandrang en tenesmi (aanvallen van krampende, brandende pijn in anus en perineum). Obstipatie.
      • Hoger gelegen infecties (proctocolitis) geven aanleiding tot diarree.
        Complicaties anorectale LGV:

        • Zelden ontstaan er fistels en stricturen.
        • Co-infectie met HIV komt veel voor. Dit heeft enerzijds te maken met risicovol seksueel gedrag, maar ook met de ulcererende wondjes die de overdracht van HIV en hepatitis C vergemakkelijken.
    3. Faryngeale LGV: inoculatie van de keelholte is zeldzaam en kan aanleiding geven tot slijmvliesafwijkingen ter plekke en cervicale lymfadenopathie.
  • Trachoma; progressief visusverlies tot blindheid door chronische keratoconjunctivitis:
    Verlittekening van de tarsale conjunctiva leidt tot entropion en trichiasis, waardoor de cornea wordt beschadigd. Door recidiverende infecties ontstaat uiteindelijk blindheid.
    In principe is trachoom een zelflimiterende infectie, maar onder slechte hygiënische omstandigheden zal steeds opnieuw infectie optreden. Door recidiverende infecties ontstaat uiteindelijk blindheid.

Voor het medisch handelen m.b.t. urogenitale chlamydia trachomatis infecties (serotypen D t/m K) verwijzen we naar de NHG standaard ‘het SOA consult‘.
Hier wordt het medisch handelen besproken bij verdenking op lymfogranuloma venereum of trachoma.

  • Anamnese
    • Land van herkomst.
    • Seksuele anamnese.
    • Klachten passend bij LGV: genitale of anale ulcera; eenzijdige, pijnlijke, vergrote lymfeklieren inguinaal; koorts en algemene malaise; bloederige en slijmerige ontlasting, loze aandrang en tenesmi, obstipatie of diarree. Late complicaties: plasklachten, darmpassagestoornissen en infertiliteit.
    • Klachten passend bij trachoma: verminderde visus.
  • LO
    • LGV: ulcus op penis, perianaal of wand van de vagina; wordt vaak niet opgemerkt. Pijnlijke, gezwollen, fluctuerende lymfeklieren in de lies. Fistels. Koorts.
    • Proctitis met slijm.
    • Trachoma: corneatroebeling, entropion en trichiasis.
  • Aanvullend onderzoek
    LGV: materiaal voor LGV diagnostiek moet direct worden afgenomen in geval van verdachte afwijkingen bij patiënten uit de risicogroep: dit kan zijn bij ernstige proctitis symptomen, genitale of anale ulcera en bubo’s.
    • PCR op materiaal uit lymfeklier, rectum of ulcus (procto- of sigmoidoscopie) en bij oraal contact uit de keel.
    • Positieve PCR uit dit materiaal geeft aan dat er infectie is met Ct. Het maakt geen onderscheid tussen de serotypen D t/m K en de L-serotypen.
    • Serotypering is alleen mogelijk in gespecialiseerde laboratoria.
    • Serologie: eenmalig verhoogde titer of titerstijging wijst op acute infectie.
    • Overleg met GGD is wenselijk.
  • Niet-medicamenteus advies
    • LGV: veilig vrijen.
    • LGV: wanneer er bubo’s bestaan, moeten deze worden ontlast (door aspiratie, niet incideren!) om suppuratie en fistelvorming te voorkomen.
    • Trachoma: algemene hygiëne: wassen van handen en gezicht met water en zeep.
  • Medicatie
    • Aanbevelen behandeling LGV: Doxycycline 100 mg 2x daags gedurende 21 dagen.
    • Alternatieve behandeling LGV bij contra-indicatie voor doxycycline en bij zwangerschap: Erythromycine 500 mg 4x daags gedurende 21 dagen.
    • LGV: partners moeten worden mee behandeld.
  • Verwijzen
    • LGV: overleg met GGD is altijd wenselijk; zo nodig kan verwijzing plaatsvinden naar GGD of internist.
    • LGV: bij verergering van klachten of het optreden van anatomische complicaties (stricturen, oedeem, fistels) moet worden verwezen naar de specialist.
    • Bij verdenking trachoma: verwijzing naar oogarts.
  • Controle
    LGV: Chlamydia trachomatis serotypen L kunnen lang persisteren onder antibioticatherapie (tot 16 dagen). Controle na afloop van de behandeling is dan ook altijd noodzakelijk.
    Bij aanhoudende klachten na afloop van de antibioticakuur, kan voortgezette behandeling worden overwogen.
    Drie maanden na de diagnose moet bovendien de Ct-PCR test worden herhaald van de eerder besmette locatie. Indien de test positief moet men denken aan therapie falen of re-infectie.
  • Nederlands Tijdschrift voor de Geneeskunde:
    • Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:441-2 (cluster van lymphogranuloma venereum onder homoseksuele mannen in Rotterdam, met grensoverschrijdende gevolgen)
    • Ned Tijdschr Geneeskd 2004;148:2544-6 (inguinale lymfogranulom venereum bij een man die seks heeft met mannen)
    • Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:2547-50 (casuïstiek; twee HIV-positieve mannen met anorectale LGV en hepatitis C: opkomende SOA’s)
  • Nieuwenhuis RF et al. Resurgence of lymphogranuloma venereum in Western Europe: an outbreak of Chlamydia trachomatis serovar l2 proctitis in The Netherlands among men who have sex with men. Clin Infect Dis. 2004;39:996-1003.
  • Götz HM et al. A prediction rule for selective screening of Chlamydia trachomatis infection. Sex Transm Infect. 2005 Feb;81(1):24-30.
  • Bremer V et al. Lymphogranuloma venereum emerging in men who have sex with men in Germany. Euro Surveill. 2006 Sep;11(9):152-4.
  • NHG standaard ‘Het SOA consult’
  • SOAAIDS Nederland informatie voor professionals
  • Klinisch beeld LGV
  • RIVM

chlamydia, chlamydia trachomatis; lymfogranuloma venereum, lymphogranuloma venereum, lymfgranuloma venerum, LGV, trachoom, trachoma, blindheid, SOA